De almacht van de partijvoorzitters over de Waalse democratie

19 May, 2010

Een directorium van vier partijvoorzitters regeert alsmaar meer over het politieke leven in Wallonië, waarbij erbovenop het Waalse politieke leven nog eens verdunt geraakt in het elastisch kader van een zogenaamde « Fédération Wallonie-Bruxelles ». Geconfronteerd met deze dwaling - de almacht van de partijvoorzitters - pleiten wij voor radikale hervormingen.

Waar komt die almacht van de partijvoorzitters vandaan?

Sinds het begin van de jaren 90 zetelt een volksvertegenwoordiger niet meer in het parlement wanneer hij minister wordt en dit zolang hij minster blijft. Een vervanger neemt dan zijn plaats in. De parlementaire vergaderingen worden aldus bevolkt met nobele onbekenden die gebruik maken van de hun toegekende plaats op de kieslijst. In de Kamer zetelen er 52 opvolgers op 150 volksvertegenwoordigers. Het cdH bv. heeft er op10 volksvertegenwoordigers 8 opvolgers! In het Waals parlement zijn er weliswaar “slechts” 16 opvolgers op 75 zitjes maar van de 29 Waalse volksvertegenwoordigers van PS-signatuur zijn er wel 12 opvolgers! De praktijk van het benoemen van ministers van buiten het parlement is toegenomen en die worden altijd aangeduid door de partijvoorzitters. Maar vroeger werd nog rekening gehouden met de persoonlijke kiesresultaten, de aanwezigheid op het terrein, het gewicht van de politieke federaties, de vertegenwoordigde belangen (vakbonden, ziekenfondsen,...) en het parlementair werk. Tegenwoordig start een politieke loopbaan veelal met een toegekende ministerspost die vervolgens, met wisselend succes, gelegitimeerd wordt door de kiezer. Elke “nationale” verkiezing mondt uit in een parlementaire en ministeriële stoelendans.

Bovendien bagatelliseren de media het politieke leven door vooral aandacht te hebben voor de onmiddellijke spektakelwaarde ten nadele van fundamentele politieke discussies. Dit door onder andere misbruik te maken van een overdaad aan steekproeven allerhande en het verhogen van de BV-status van politici. De verschillen tussen partijen zijn niet meer van ideologische aard maar historisch ontstane verschillen (Vlamingen tegenover Walen, katholieken tegenover vrijzinnigen, behoudsgezinden tegenovervooruitstrevenden, enz.), die bijdragen aan het vormingsproces van de samenleving. De almacht van de partijvoorzitters is nu het resultaat van de directe verkiezing door de partijleden. De partijvorzitters waren altijd machtig, maar in vroegere tijden moesten die voorzitters nog rekening houden met tegenkrachten zoals de federaties op provinciaal vlak of in de kiesarrondissementen, het electoraal gewicht van de verkozene, enz. De voorzitters ontwijken elke kritiek door zich te beroepen op de legitimiteit die deze voorzittersverkiezingen hun bezorgen zelfs al ligt de deelname van de partijleden aan die verkiezingen veelal onder de 50%! Wat een gezonde competitie en een open debat rond ideeën had kunnen zijn wordt nu verlaagd tot een mediageile kermis ten voordele van slechts één of twee vaste kandidaten. Wie durft er nog op te turnen tegen een partijvoorzitter verkozen met 90% van de stemmen? En wanneer dit mandaat van partijvoorzitter ook nog eens gecumuleerd wordt met de functie van federale vice-eerste-minister blijft er al snel geen plaats meer vrij voor een intern debat. Het quatriumviraat van het voorzitterschap (PS, MR, Cdh, Ecolo), met zijn 4 keizers verlamt elk diepgaand debat in het Wallonië van vandaag. De almacht van de partijvoorzitters strekt zich zelfs tot de keuze van de fractievoorzitters in het parlement, waar de secretaresses als waakhonden van de partijvoorzitter de gekozen volksvertegenwoordigers in de gewensterichting moeten sturen. Dit staat in relatie tot de crisis van de representatieve democratie,die onder andere het berlusconisme heeft gebaard, waarbij persoonlijk fortuin gekoppeldaan macht over de media en mediageile personencultus in dienst staan van de verovering en het behoud van de macht.

Een echte kans geven aan het democratisch debat

Op een paar af en toe terugkerende uitzonderingen na bestaat er geen ééngemaakte Belgische publieke opinie meer. Nog minder een ééngemaakt Belgisch maatschappelijk middenveld. Wallonië, Brussel en Vlaanderen vertonen een verschillend stemgedrag. Vlaanderen blijkt een minder stabiel kiesgedrag te vertonen. Het is dus op het gewestelijk niveau dat we het systeem kunnen deblokkeren. Op andere niveaus is het systeem te precair. Dus stellen we een radikale hervorming voor van het politieke systeem op Waals niveau.

In het kader van zijn grondwettelijke autonomie heeft het Waals parlement de mogelijkheid om het aantal Waalse volksvertegenwoordigers te wijzigen evenals het aantal verkozenen per kieskring. Deze laatste kunnen eenvoudig worden afgebakend op basis van de bestaande kiesdistricten. Het Waalse parlement zou in haar volledigheid een meerderheid van volksvertegenwoordigers moeten laten kiezen via een meerderheidsstelsel (via 1 of 2 ronden). De anderen zouden verkozen moeten worden via een proportioneel kieslijststelsel of via een beperkt aantal subregionale kiesomschrijvingen. Voorkeurstemmen zouden geweerd worden om aldus de competitie tussen lijsten aan te moedigen en niet die tussen kandidaten van één en dezelfde lijst. De kandidaat-ministers zouden verhoord worden over de bevoegdheden die hun worden toegekend. Het parlement stemt daaropvolgend het vertrouwen in de afzonderlijke ministers en het geheel van de aangeduide regering.

De noodzakelijke bipolarisatie

De hervorming zal de partijen verplichten om, ofwel zich te hergroeperen op basis van een gemeenschappelijk programma alvorens de verkiezingen plaatsgrijpen, ofwel om op voorhand aan te kondigen welke coalitie zij bij voorkeur zouden vormen. De introductie van een beperkte vorm van het meerderheidstelsel zal voor een grotere politieke transparantie zorgen en het mogelijk maken om “tegennatuurlijke” coalities te vermijden maar ook monstercoalities waarbij de oppositie zodanig gemarginaliseerd geraakt dat zij haar rol niet meer spelen kan. Maar het belangrijkste effect van deze hervorming is het beter en meer kunnen betrekken van de Waalse burgers via een duidelijker politiek kiessysteem waarbij hun keuze terug zal kunnen wegen op de strategieën van de partijvoorzitters.

Robert Collignon, voormalig voorzitter van het Waals Parlement en voormalig Waals

Minister-president.

Jose Fontaine, directeur van het Waals tijdschrift Toudi.

Michel Gigot, vice-voorzitter van het ‘Mouvement du Manifeste Wallon’.

Jean-Emile Humblet, ere-senator en voorzitter van de CWARE

Jean Louvet, voorzitter van het ‘Mouvement du Manifeste Wallon’.

Jean-Claude Vandermeeren, voormalig secretaris-generaal van het ‘Interrégionale

Wallonne’ (IRW) van het FGTB.

Andere artikels

La particratie, handicap de l'idée wallonne mars 1998

Raz de marée ou vaguelette? (élections régionales et fédérales juin 1999) septembre 1999