De reconstructieve stap bij Jean-Marc Ferry, Vlaanderen en Wallonië
Vlaamse vrienden
Ik zal in enkele minuten een project uitleggen . Het is geen politieke programma. Het zou een politieke programma kunnen worden maar zeker niet onmiddellijk. Dit project vindt zijn inspiratie in de filosofie van J-M Ferry. Ferry is een Franse filosoof. Hij werd in 1946 geboren. Hij is een leerling van J. Habermas. Hij vertaalde Habermas in het Frans.
Zijn filosofie heeft twee belangrijke punten die voor het conflict tussen Walen en Vlamingen relevant zijn. Een gedachte over Europa en een gedachte over verzoening die hij noemt ”identité reconstructive” of ” éthique reconstructive”.
Hij verklaart dat deze “éthique reconstructive” in de christelijke vergeving zijn inspiratie vindt. Maar de “éthique reconstructive” is de christelijke vergeving niet. Dat is iets anders. Niet absoluut anders maar toch anders. De “éthique reconstructive” zoals Franstalige uitdrukking het zegt, is een manier om een relatie te herstellen (of te herbouwen). Maar de “reconstructieve stap”, in de filosofie van Ferry, betekent niet, bv, voor een man en een vrouw die gescheiden zijn, het samenwonen opnieuw aan te vatten. Het gaat alleen om de reconstructie van de relatie en uitsluitend van de relatie.
In het voorbeeld van een verbroken huwelijk zoals in het geval van Walen en Vlamingen, is de relatie geblokkeerd, misschien vernietigd omwille van de misverstandnissen, de minachting, eventueel het geweld, haat en enzv. Voor Ferry zijn er drie soorten van reden, gedachtewisselingen (discours, discourse, in de filosofische zin, niet alleen op theoretisch vlak maar ook in de concrete menselijke relaties).
1. de “identité narrative” (“verhalende identiteit”) of “le discours de la narration” (“de rede als verhaal”)
Een vrouw of een man die hun leven kunnen vertellen, verwerven daardoor een identiteit. “C’est en me racontant que je me donne une identité. ” (Paul Ricoeur).
Dit geldt ook voor de volkeren. Een individu of een volk die zich niet kunnen vertellen, bezitten geen identiteit. Zoals de amnesie patiënten of de alzheimer patiënten. Mijn moeder was in haar laatste jaren, tussen haar 84 jaar en haar 92 jaar een alzheimer patiënt. Het was zeer moeilijk om met haar te praten tijdens de laatste maanden.
2. de “identité interpétative” of de uitleggende identiteit of het rede van de uitlegging
Waaneer een conflict ontstoot (of plaats gehad heeft), is het noodzakelijk (als je wilt naar de vrede terugkomen), een gesprek te hebben om zijn eigen daden en de daden van de anderen uitleggen. Maar in de “éthique reconstructive” (de reconstructieve stap), is het moment van de uitleggende gedachtewisseling (of uitleggende rede) een gevaarlijke moment want op dit moment moet je de oorzaken van de daden uitleggen. Bv tussen twee individu’s ( een zeer eenvoudige dialoog):
Eerste individu (de dominant) - je werd mijn vriend want ik was rijk of want ik had veel invloed en je werd mijn vriend niet voor de vriendschap maar wel om een job te hebben ....
Tweede individu (de ondergeschikte) – als al de rijke mensen of als alle mensen die een grote invloed hebben wil je deze invloed te laten gelden en dit veel meer dan de vriendschap.
Op dit moment, schreef Ferry : Le danger c’est de diaboliser l’autre et de se victimiser soi.
Dus de interpretatieve rede is een gevaarlijke rede maar je kan dit moment niet vermijden moment want de reconstructieve stap is een verantwoordelijke stap en ook een démarche de vérité, een stap van de waarheid, een stap van de authenticiteit...
3. De derde identiteit of de derde rede is de argumentatieve rede
In de loop van de interpretatieve fase, is het normaal dat je de andere man of vrouw beschouw als een ding of als een voorwerp. Gedurende een onderzoek moet de politie in zekere zin de verdachte als een ding beschouwen. Ze moet respect hebben voor hem maar ze moet alleen objectieve dingen in beschouwing nemen. Ze moet de verdachte alleen als een “hij” beschouwen, niet als een “ik” of als een “je”. Ze moet naar de oorzaken van een moord zoeken en niet naar zijn reden: er is een verschil tussen oorzaken en reden. Een psycholoog moet ook zijn patiënt als een neurotische patiënt te beschouwen, tenminste voor een deel van zijn job.
Maar het is helemaal anders in het argumentatieve fase. Op dat moment beschouw je de andere als een persoon en je beschouwt ook jezelf als een persoon. Wat het gedrag van een persoon betreft is het niet alleen een kwestie van oorzaken maar ook van motivatie. De motivaties zijn de redenen waarvoor ik dat of dit doe, ik kies dat of dit, dat gedrag of dit gedrag. Op dit moment, spreek ik van mijn redenen en op dit moment, uiteraard, ben ik niet alleen een ding of een voorwerp maar een persoon, een vrouw of een man een “ik” of een “je” , een “ich” of een “du” van de Duitse joodse filosoof Martin Buber. De relatie ich/du (je/tu bij Gabriel Marcel of le Même et l’Autre, Moi l’Autre bij Levinas), is de belangrijkste relatie. Vriendschap of liefde of relatie tussen de collega’s of tussen ouders en kinderen. En ook tussen de volkeren.
Men macht een verschil tussen liefde en rede . Het is vreemd want je kan alleen houden van iemand die kan redeneren. Ik kan de vriend van een koe niet woorden. Wel van een man, van een vrouw, van een kind maar zeker niet van een koe in de diepste en ware zin van “ van iemand te houden”. Er is misschien een tegenstelling tussen liefde en de speculatie, maar niet tussen liefde en redeneren.
Als je spreekt van je beweegredenen, ben je iemand en de andere is iemand voor jou. In een relatie je/tu of ik/je, is het niet absoluut noodzakelijk de argumentatie van de andere te aanvaarden, maar het is zeer belangrijk de argumenten van de andere te aanhoren. Als je zijn pleidooi aanhoort zij reden (zelfs als dit niet aanvaardt), je beschouwt hem als een persoon.
[Et la relation est reconstruite]
En hoe staat het nu het conflict tussen Walen en Vlamingen?
Op 18 juni 1996, had ik Ferry uitgenodigd om een toespraak in Charleroi te houden. Over de reconstructieve stap in verband met de Europese unie.
Hij sprak over de eenheid van Europa en over de verzoening tussen Frankrijk en Duitsland die voor hem een voorbeeld is van de reconstructieve stap. Aan het einde van zijn toespraak, stelde een vriend van mij stelde hem deze vraag: volgend je filosofie, betekent de reconstructieve stap in België een grote versterking van de Vlaamse identiteit en van de Waalse identiteit. Zo is het in werkelijkheid in de filosofie van Ferry. Ferry zegt altijd dat de reconstructieve identiteit de machtigste identiteit is, in elk geval, nu, in onze tijd.
Want antwoordde Ferry?
Wat doen de Fransen nu in deze omstandigheden: niets. Hij zei: ik zal niets zeggen over België. Het is zo voor Frankrijk. Voor Frankrijk is het bestaan van België bijna ondenkbaar of een vervelende situatie.
Maar mijn vriend had gelijk. Ferry zegt altijd dat de reconstructieve identiteit , de identiteit van nu is, en dit de sterkste identiteit is, de machtigste. Een sterke maar ook een menselijke en een broederlijke identiteit die machtiger is dan de identiteit van de wapens of van een leger. Toen Willy Brandt “kniet für Deutschland” voor het monument van de getto in Warschau in december 1971, was het een sterkere identiteit dan de identiteit van “ein Reich, ein Volk, ein Führer” die Duitsland vernietigd heeft. En Brandt was geen dromer. Hij was zeker een man van de realpolitik. Door zijn daad in Warschau wilde hij zijn Oostpolitiek versterken om eindelijk de eenheid van Duitsland te kunnen herstellen. Maar er is niet noodzakelijk een tegenstelling tussen een reconstructieve stap en de realpolitiek. Zelfs als men een persoonlijke belang nastreeft , kan men een reconstructieve stap te zetten.
Ik denk dat Walen en Vlamingen veel spanningen moeten leveren om deze sterke identiteit te zoeken.
Hoe?
Dat wordt een andere toespraak zijn.
Eerst een algemeen opmerking. Het is zeker dat al deze politieke discussies sinds juni 2010, zeer jammerlijk zijn. Niettemin, dragen deze discussies bij om deze sterke identiteiten op te bouwen, voor ons Walen en Vlamingen en ook Brusselaars. De Wever is een democraat. En Di Rupo weet wel dat de Federatie Brussel-Wallonië onmogelijk is. Een brutale onafhankelijkheidsverklaring van Vlaanderen lijkt me eveneens onmogelijk. Maar op het einde van mijn toespraak, moet ik nog twee kleine verhalen vertellen.
Een paar jaar geleden was ik in Antwerpen in de Volkshogeschool, om een toespraak over de Waalse identiteit te houden. En de animateur had mij laten begrijpen dat ik moest zeggen dat voor ons in Wallonië (iets dat niet goed overkomt bij een Vlaming), de lessen Nederlands op school vervelend waren. Maar niet omwille van een minachting van het Nederlands op zichzelf, neen! Alleen omdat deze lessen ons waren opgelegd door de Staat en door een Staat waar wij altijd een minderheid waren, sinds 1830. Hetzelfde geldt voor de godsdienstlessen (en ik ben toch een katholiek). Wij hebben geen minachting voor de taal maar we kunnen ons niet neerleggen bij verplichting.
De tweede zaak houdt verband met de toespraak van Ferry in Charleroi. Ferry heeft in december 2007 een interview aan LE VIF gegeven gedurende de eerste grote politieke crisis. Dit weekblad vroeg hem naar een oplossing voor het probleem van België in het kader van zijn filosofie. Op dat moment is hij daarop ingegaan.
Hij antwoordde:
1) (voor de Vlamingen)
een vergeving niet voor fouten van de Walen of de Franstalige maar voor de te tekortkomingen ten overstaan van minachting van het Nederlands sinds 1830 en door de Belgische staat. Want in zijn redenering vond Ferry dat de Franstalige en vooral de Walen niet schuldig waren. Ja of neen? Een discussie zou moeten plaats hebben. Zelfs als de geïnteresseerden geen persoonlijke verantwoordelijkheid dragen, is het zeker dat, de facto, het Frans in Wallonië en in gans België, een probleem was voor de Vlamingen. Maar we zullen niet dat nu en hier oplossen.
2) (voor de Walen)
een audit voor het Waalse of Franstalige onderwijs. En niets anders.
De twee voorstellen zijn in absolute tegenstelling met de éthique reconstructive van Ferry. Want de Belgische Staat is een abstracte entiteit. En een audit voor het Waalse onderwijs is een manier om niet de Walen als een tu te beschouwen (of als een jullie of Wallonië als een collectieve en persoonlijke entiteit te beschouwen). Er was geen verantwoordelijkheid in deze stap want de Walen werden beschouwd als een ding en niet als een menselijke entiteit. En zo zijn de Fransen. Ze durven niet over België spreken of alleen volgens een zeer klassieke conceptie : la Belgique de papa. Ik heb niets tegen Frankrijk, niets tegen la France. Er zijn veel Franse studenten in de Waalse scholen want ze vinden het beter dan hun opvoeding. En ik heb de grote geluk Franse studenten en studentinnen te hebben. Het zijn fantastische studenten.
Maar de houding van Ferry in 2007 biedt me ook een gelegenheid om conclusies te trekken. De rechtvaardige oplossing van het probleem België is de versterking van de Waalse en de Vlaamse identiteit via een verzoening. Op dit moment, is mijn voorstelling bijna een droom . maar mijn voorstel pertinenter is dan dat van het Vlaams Blok en een groot deel van het FDF die wil Brussel verruimen.
De waarheid van België is niet België. Het statuut van Brussel is ook een belangrijke probleem en we moeten respect hebben voor Brussel en zijn bevolking. Ook voor de Duitstalige Gemeenschap.
Maar de diepe en echte waarheid van België zijn Wallonië en Vlaanderen.
José Fontaine
- Vous devez vous identifier ou créer un compte pour écrire des commentaires
- Français